Lijnzaad kun je in de gebroken variant kopen, maar in verband met oxidatie kun je beter de hele zaden kopen en die zelf fijnstampen vlak voor je ze gebruikt, bijvoorbeeld in een vijzel. Als je ze niet fijnstampt gaat een groot deel van de nuttige voedingsstoffen van lijnzaad aan je voorbij, omdat de zaden zelf niet verteerd kunnen worden door onze darmen. Om de crackers knapperiger te maken laat je voor dit recept de helft van de lijnzaden heel en stamp je de andere helft fijn.

Stamp de helft van de lijnzaden fijn in een vijzel. Prak intussen de banaan fijn met een vork, tot je een soort drab krijgt. Meng de banaan met het lijnzaad. Vet intussen een vel bakpapier extra in met kokosolie of olijfolie, zodat de crackers straks niet blijven plakken.

 

Laat een theelepel van het banaan-lijnzaadmengsel vallen op een vel bakpapier, en druk het plat en smeer uit tot je een dunne cracker hebt van 2-3 millimeter. Herhaal tot al je ‘beslag’ op is.

 

Bak de crackers 15 minuten in een oven op 180 graden Celcius, tot de bovenkant en de randjes goudbruin zijn. Verwacht geen volledig knapperige crackers, dat zijn ze alleen aan de randjes. Het binnen mag niet vloeibaar of plakkerig zijn, maar krijg je niet net zo knappering als de randen. Als je de crackers klein houdt zijn ze knapperiger en dus lekkerder!

 

Besmeer met een dun laagje jam.

 

Eet smakelijk!