In het weekend bak je pannenkoeken. Het liefst een zo groot mogelijke stapel. Dat doe ik zelf in ieder geval graag, zeker als ik die ochtend hard gesport heb (of de avond ervoor hard gedanst heb, dat telt ook). Banaan-ei pannenkoeken blijven mijn favoriete ontbijt, want: 1. makkelijk, 2. gezond, 3. eindeloos te variëren. Zoals deze versie met bacon (YES), granaatappelpitjes en met partjes appel. De hartjes die je erbij ziet op de foto zijn gemaakt van haver. Mocht je willen weten waar ik ze gekocht heb dan moet je ik teleurstellen: ik heb ze ooit in zo’n fancy glazen weckpot overgegoten, en ben volledig vergeten van welk merk of welke winkel ze zijn. Sorry! Gelukkig zijn de pannenkoeken ook zonder haverhartjes érg goed te verstouwen.

Bereidingswijze pannenkoekenstapel

(voor 2 porties)

Bak de plakjes bacon uit in een koekenpan met een anti-aanbaklaag. Laat de bacon uitlekken op een velletje keukenrol.

Tip: laat het bakvet van de bacon in de pan zitten, en bak daar je pannenkoeken in. Éxtra lekker!

Meng in een blender de gepelde bananen en de eieren. Hier kun je ook een staafmixer voor gebruiken, of hele rijpe bananen die je fijn prakt met een vork. Als je maar een glad en egaal beslag krijgt!

Voeg een klein snufje zout toe aan het beslag, en eventueel nog een snufje kaneel.

Giet een grote lepel beslag in een goed hete koekenpan, tot je een pannenkoek hebt van ongeveer de grootte van je vuist.

Bak de pannenkoek ongeveer een minuut, tot het beslag gestold is en de onderkant goudbruin verkleurd is. Draai de pannenkoek voorzichtig om en bak nog een halve minuut aan de andere kant.

Herhaal tot je beslag op is.

Stapel de pannenkoeken op elkaar tot je een mooie stapel krijgt. Verdeel de bacon erover, net als de granaatappelpitjes.

Tip: Versier nog verder met partjes appel, pecannoten en een flinke drup ahornsiroop of honing. Enjoy!