Om te zorgen dat deze koekjes niet uit elkaar vallen bind je het ‘deeg’ met broodkruim. Hiervoor kun je zelf (oude) boterhammen fijnmalen in de keukenmachine, of paneermeel gebruiken. Nog lekkerder is het om panko te gebruiken, dat uit iets grotere vlokjes brood bestaat dan gewoon paneermeel. Dit doet Pamela Salzman, de bedenker van dit recept ook. Panko is van oorsprong Japans paneermeel en wat zoeter en luchtiger. Je kunt het vaak gewoon kopen bij de supermarkt, en anders bij de toko. De hoeveelheid van de ingrediënten is genoeg voor 4 grote of 8 kleine koekjes.

Giet de tonijn af en bewaar één eetlepel van het vocht. 

 

Meng de tonijn, mosterd, broodkruimels, citroensap, citroenrasp, peterselie, lente-ui, de eetlepel vocht uit het blikje tonijn en eventueel een drupje Tabasco. Hussel met een vork door elkaar tot het goed gemengd is en voeg zout en peper naar smaak toe. 

 

Voeg het ei toe aan het mengsel en meng nogmaals goed. Vorm 4 grote of 8 kleine platte ronde koekjes van het mengsel, liefst gewoon met je handen. Leg ze op een schaal en zet ze voor minimaal 30 minuten in de koelkast, zodat ze straks niet uit elkaar vallen als je ze bakt. Haast? 15 minuten in de vriezer kan ook.

 

Verhit een eetlepel olie of kokosolie in een koekenpan op een redelijk hoog vuur. Bak de koekjes, afhankelijk van de grootte, in 2-5 minuten gaar aan beide kanten. Ze zijn klaar als ze een goudbruin korstje hebben.

 

Eet smakelijk!