Nee, er is absoluut niets mis met pasta. Zeker als je volkoren pastasoorten kiest is pasta een goede bron van koolhydraten – en die heb je absoluut nodig in een gezond dieet. Je hoeft alleen niet elke avond pasta te eten. Daarom kies ik er ook wel eens voor om spaghetti te maken van courgette, of cannelloni te maken van sla. 

 

Huh, cannelloni van sla?

 

Ja, dat kan dus prima. Oké, het is een beetje priegelen aangezien slabladeren wat breekbaarder zijn dan verse pastavellen, maar als je ze vastbindt met een katoenen touwtje gaat het prima. Cannelloni wordt traditioneel gemaakt met vellen van verse pasta (het soort vellen dat je ook gebruikt in bijvoorbeeld lasagne), waar je een vulling in doet. Vervolgens serveer je de cannelloni in een tomaten- of bechamelsaus. Aangezien tomatensaus wat minder vetten en meer vitamines bevat is tomatensaus (dus rode saus) vrijwel altijd een gezondere optie dan room (dus witte) saus. Met dit recept maak je 2 porties.

 

 

De ingrediënten voor mijn cannelloni (op de sla na) kreeg ik aangeleverd in vacuüm gezogen zakjes, naar aanleiding van de Foodsaver Challenge. Die challenge, bedacht om voedselverspilling tegen te gaan, is geïnitieerd door onder andere restaurant Instock waar alleen maar met ‘restjes’ gekookt wordt. Foodblogger Natalie van Natalieskeuken noemde 5 ingrediënten die bij haar vaak overblijven, en daagde mij uit daar een origineel recept mee te maken. Voordeel van ingrediënten vacumeren is dat ze tot wel 5x langer houdbaar blijven. Als dát geen voedselverspilling tegengaat…

 

Vacumeren is nog niet zo heel erg gebruikelijk in Nederland, maar het is een hele snelle en makkelijke manier om restjes te bewaren. Je doet een portie overgebleven cannelloni gewoon in een plastic vacumeerzak, legt die aan een vacumeerapparaat en die zuigt de lucht eruit. Vervolgens kun je de zak makkelijk invriezen en dus tot 5x langer dan normaal bewaren. Ook verse en delicate ingrediënten als vis en bieslook zijn te vacumeren. Deze challenge is bedacht door o.a. Foodsaver, maar ook merken als Princess en SOLIS hebben goede vacumeermachines. 

Verhit een scheutje olijfolie in een koekenpan en pers de teen knoflook erin uit. Bak een minuutje.

 

Voeg het gehakt toe en bak het rul. Breng op smaak met zout en peper.

 

Verdeel het bloem over het gehakt (dit zorgt ervoor dat het gehakt straks beter bindt met het ei – als je niet glutenvrij eet kun je ook prima gewone tarwebloem gebruiken in plaats van bloem van rijstmeel) en bak het nog een minuut goed door zodat de bloem niet rauw meer is, dat is niet lekker.

 

Schep het gehakt uit de pan en houd het apart in een bakje.

 

Doe de tomaten in de pan van het gehakt en zet deze weer op het vuur. Verdeel de bieslook en rozemarijn erover en bak voor een minuut of 10. Plet de tomaten fijn met een pollepel, zodat er een grove saus ontstaat. Het moet een lekker prutje worden! Breng indien nodig op smaak met zout en peper. Ook lekker: doe er een scheutje worcestersaus door, en eventueel een kneepje citroensap.

 

Terug naar het gehakt. Kneed het rauwe ei door het gehakt. Ja, dat wordt een plakkerig geheel, maar het ei gaat zo stollen in de pan, waardoor de gehaktballetjes heel blijven. Maak 4-6 ovaalvormige balletjes van het gehakt. Nu komt het lastigste stukje: Rol elk balletje in een blad botersla en bind de sla vast met een katoenen touwtje. Probeer envelopjes te vouwen van de sla, dat is de beste werkwijze.

 

Leg de ‘cannelloni’ terug in de koekenpan, in de tomatensaus. 

 

Laat de pan 10-15 minuten op laag vuur staan, met een deksel op de pan. Hierdoor stolt het ei en slinkt de sla, zodat je mooie pakketjes krijgt.

 

Serveer de cannelloni in je zelfgemaakt tomatensaus. 

 

Smakelijk!