Dit garnalengerecht kun je eten met een groene salade erbij, met (glutenvrij) brood, of met (glutenvrije) pasta. Katerina, de bedenker van dit recept, eet er aardappels bij maar dat vinden wij niet zo'n geslaagde combi. Maar goed, the choice is yours! Wij prefereren brood, dat je lekker in de overheerlijke saus kunt dopen. Let op dat je glutenvrije maizena gebruikt; maizena van het merk Koopmans is bijvoorbeeld niet glutenvrij!

Verwarm de oven voor op 200 graden Celcius. 

 

Pel de garnalen en verwarm de schalen (zonder de garnalen) in een steelpan, tot ze roze kleuren. Voeg 400 milliliter water toe en laat de garnalenbouillon sudderen.

 

Snijd de courgette in plakjes en leg deze in een ovenschaal. Sprenkel er een theelepel olijfolie overheen en schud zodat alle plakjes bedenkt zijn met een laagje olie. Rooster de courgetteplakjes 15 minuten in de oven, tot ze beetgaar zijn.

 

Zet een koekenpan op het vuur en verwarm een eetlepel kokosolie. Voeg de garnalen toe en de chilivlokken, plus een snufje zout en peper. Bak de garnalen aan beide zijden licht aan, maar zorg dat ze nog niet gaar zijn. 

 

Voeg de witte wijn toe en laat pruttelen tot de wijn tot de helft gereduceerd is. Voeg de courgette uit de oven toe, evenals de tomaten. Zeef de garnalenbouillon. Meet 175 ml af en giet die bij het garnalenmengsel. Laat sudderen tot de garnalen gaar zijn.

 

Klop de maïzena en de sojaroom door elkaar roer het snel door de garnalen. Verwarm opnieuw door en proef of de saus nog zout of peper nodig heeft.

 

Voeg de verse kruiden toe en serveer direct. 

 

Eet smakelijk!