logo
FOODSPIRATION

Waarom e-nummers niet altijd slecht zijn – en welke wél twijfelachtig zijn

220514143653IngeImage.jpg

Een warm welkom voor Inge, die als universitair afgestudeerde voedingsdeskundige schrijft over voeding en gezondheid. Op haar eigen blog De Bakparade brengt ze het gestudeerde in praktijk en laat zien dat gezond en lekker zeker samen kunnen gaan. Vandaag heeft ze het over e-nummers.

Je hoort het mensen vaak zeggen: “Ik eet geen pakjes en zakjes, want al die e-nummers zijn zó slecht.” Maar veel mensen weten niet eens wat een e-nummer precies is en dat lang niet alle e-nummers slecht zijn. Zo heeft citroenzuur ook een e-nummer, net als xantaangom. Terwijl dit gewoon natuurlijke producten zijn. Het is zo dat fabrikanten verplicht alle ingrediënten op hun verpakkingen moeten vermelden (met uitzondering van water). Om een voorbeeld te noemen: stel je voor dat je dit voor een banaan zou doen. Dan ontleed je dus de banaan tot een heleboel losse ingrediënten. Nu bestaat die uit een hele berg stoffen, waar tussen zich ook e-nummers bevinden, terwijl er aan de banaan niets is toegevoegd. Zo bevat een banaan onder andere E460 oftewel cellulose, een verdikkingsmiddel. Maar ook E300 oftewel ascorbinezuur oftewel vitamine C, wat ervoor zorgt oxidatieve reacties voorkomen worden.

 

 

Wat is een e-nummer eigenlijk?
Een e-nummer is een additief dat door de Europese Unie toegestaan is als additief aan levensmiddelen voor menselijke of dierlijke consumptie. Wat is een additief dan weer? Hieronder verstaan we een middel dat toegevoegd wordt om de eigenschappen van een product te bewaren totdat het geconsumeerd wordt. Voor alle e-nummers is uitgebreid onderzoek gedaan op proefdieren. Bij proefdieren wordt de laagste dosis waarbij schadelijke effecten gevonden worden bepaald. Vervolgens wordt die dosis 100 maal verkleind en dat is de ADI (aanvaardbare dagelijkse inname).

De e-nummers zijn ingedeeld op basis van hun functie:
100 – kleurstoffen
200 – voedingszuren en conserveermiddelen
300 – anti-oxidanten en voedingszuren
400 – Emulgatoren, stabilisatoren, verdikkings- en geleermiddelen
500 – Zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen
600 – smaakversterkers
900 – glansmiddelen, anti-schuimmiddelen, meelverbeteraars, verpakkingsgassen en zoetstoffen.
1400 – gemodificeerde zetmelen
1500 – kunstmatige smaakstoffen en oplosmiddelen voor aroma’s.

Over het algemeen klopt het helemaal dat e-nummers niet schadelijk zijn, ze zijn immers goedgekeurd door de EU, maar er zijn een aantal e-nummers waar heel erg aan getwijfeld wordt door veel mensen.

E621 – Mononatriumglutamaat
Ook wel vetsin genoemd. Mononatriumglutamaat is het meest voorkomende niet-essentiële aminozuur, dat van nature in eiwitrijke producten als soya, melk en vlees zit. Maar mononatriumglutamaat wordt vaak aan voeding toegevoegd als smaakversterker. Mononatriumglutamaat produceert namelijk een zeer specifieke smaak: ‘umami’, ook wel de zesde smaaksensatie genoemd. Maar eigenlijk is smaak niet het goede woord voor umami, het heeft namelijk op zichzelf niet echt een smaak, maar versterkt wel andere (hartige) smaken. Er wordt vaak gezegd dat deze stof leidt tot hoofdpijn, hartkloppingen, droge mond en nog veel meer andere symptomen. Dit wordt ook wel het Chinese Restaurant Syndroom genoemd, omdat in de Chinese keuken veel vetsin gebruikt wordt. Er zijn nog geen goed uitgevoerde dubbel blind placebo gecontroleerde onderzoeken die hebben kunnen aantonen dat vetsin deze symptomen veroorzaakt. Mogelijkerwijs is het wel zo dat sommige mensen super gevoelig zijn voor vetsin en er een soort van allergische reactie op krijgen, maar ook dit wordt niet consequent gevonden in onderzoeken. Er zijn zelfs positieve effecten van E621 bij ouderen. Omdat bij de ouderen de smaaksensatie afneemt gaan ze vaak minder eten, het eten smaakt hen minder. Door E621 toe te voegen wordt de smaak versterkt en dat kan dus de voedselinname van ouderen verbeteren.

Conclusie: E621 is niet bewezen schadelijk voor de gezondheid.

E-nummers

E150b, E150d, E163, E220 t/m E228 – Sulfiet
Sulfiet is een natuurlijk conserveermiddel dat onder andere in gedroogd fruit en wijn gebruikt wordt. Sulfiet is meestal helemaal niet schadelijk, maar ongeveer 0.05% van de bevolking reageert overmatig op sulfiet. Dit zijn vaak mensen die astma hebben en mensen die allergisch zijn voor paracetamol. Een symptoom van zo’n reactie is meestal dat mensen moeilijkheden ondervinden wat de ademhaling betreft.
Conclusie: voor de meeste mensen niet schadelijk, mensen met astma oppassen.

E211 – Natriumbenzoaat

Natriumbenzoaat is een conserveermiddel dat bacteriën, gisten en schimmels doodt in zure producten zoals vruchtendranken. Er zijn aanwijzingen dat natriumbenzoaat in een reactie met vitamine C die aanwezig is in het lichaam, kan leiden tot het ontstaan van benzeen, wat kankerverwerkend is! In 2000 heeft de WHO een grote review gedaan van alle studies die er waren naar natriumbenzoaat, en zij kwamen tot de conclusie dat er geen bewijzen zijn voor schadelijkheid, maar er is een beperkte hoeveelheid onderzoek gedaan.

Natriumbenzoaat, synthetische kleurstoffen en hyperactiviteit
In 2007 is er een groot onderzoek uitgevoerd in Engeland waarbij werd gekeken of een combinatie van natriumbenzoaat en een mix van kleurstoffen die vaak in frisdranken en snoep voorkomt kan zorgen voor hyperactiviteit bij kinderen. Dit was een placebo-gecontroleerd onderzoek, dus sommige kregen een placebo andere kregen een drankje met de kleurstoffen. Wat bleek? Normale kinderen die het drankje met kleurstoffen kregen werden als drukker beoordeeld door hun ouders en leraren dan de kinderen die het nepdrankje kregen beoordeeld. Overigens gaven de onderzoekers aan dat het waarschijnlijker is dat dit effect veroorzaakt wordt door de kleurstoffen dan door de natriumbenzoaat.

Algemene conclusie: 
E-nummers zijn zo slecht niet. Maar het is natuurlijk wel zo dat e-nummers vaak in producten zitten waar andere stoffen in zitten die niet heel erg goed zijn voor je gezondheid (suiker, zout, wit meel). Maar zoals altijd geldt, geniet, maar gebruik e-nummers met mate!

 

Bronnen:

Freeman, M. (2006) Reconsidering the effects of monosodium glutamate: A literature review. Journal of the American Academy of Nurse Practitioners.
Onlinelibrary.wiley.comReview van meerdere studies.

Jinap, S., and Parvaneh Hajeb. “Glutamate. Its applications in food and contribution to health.” Appetite 55.1 (2010): 1-10.
Sciencedirect.comReview van meerdere studies. 

Lester, Mitchell R. “Sulfite sensitivity: significance in human health.” Journal of the American College of Nutrition 14.3 (1995): 229-232. Tandfonline.com

McCann D, Barrett A, Cooper A, Crumpler D, Dalen L, Grimshaw K, Kitchin E, Lok K, Porteous L, Prince E, Sonuga-Barke E, Warner JO, Stevenson J. Food additives and hyperactive behaviour in 3-year-old and 8/9-year-old children in the community: a randomised, double-blinded, placebo-controlled trial. Lancet. 2007;370(9598):1560-7.
Ncbi.nlm.nih.gov

REACTIES
LOG IN OM EEN REACTIE TE PLAATSEN

Inloggen Via Social

Inloggen met wachtwoord

Nog geen reacties