Per dag wordt er in Nederland meer dan 6,5 miljoen liter koffie weggeklokt. Dat is omgerekend ongeveer 150 liter koffie per jaar per persoon. Jaha, wij Nederlanders zijn een stelletje koffieleuten! De cafeïne in koffie helpt ons om ons te concentreren en om alerter te blijven, maar eigenlijk kan niet iedereen ertegen. Dan ervaar je negatieve effecten wanneer je koffie (en dus cafeïne) binnenkrijgt. In dat geval kun je ervoor kiezen om koffie te drinken waar geen cafeïne in zit, ook wel decafé genoemd. Maar guess what: iets als ‘decafé’ bestaat eigenlijk helemaal niet. Huh? Tijd voor 5 feiten over koffie & cafeïne die je nog niet wist!

1. 100% decafé bestaat niet

Bij het maken van koffie zal er altijd wat cafeïne achterblijven in de koffie. Het grootste gedeelte van de cafeïne wordt natuurlijk wel verwijderd, maar koffie zal nooit volledig cafeïnevrij zijn. Daarom gebruikt bijvoorbeeld het merk Nespresso altijd de term ‘gedecafeïneerde koffie’ en niet cafeïnevrij.

2. Cafeïne zit binnen 4 minuten in je bloed

Cafeïne wordt heel snel door het lichaam opgenomen. De helft van de in koffie aanwezige hoeveelheid zit al binnen vier minuten na het drinken van je bakkie in je bloed. Ook al heeft je lichaam de cafeïne snel opgenomen, de effecten van cafeïne begin je pas na een half uur te voelen. Dit merk je bijvoorbeeld doordat je je veel wakkerder voelt en beter kunt concentreren. Cafeïne zorgt er ook voor dat je nieren, hersenen, maag en darmen gestimuleerd worden.

Bekijk ook: Alcoholvrije koffie cocktail – met échte Italiaanse koffie

3. Gedecafeïneerde koffie bevat minder cafeïne dan zwarte en groene thee

In thee zit ook cafeïne – niet alleen in koffie. Dan geldt alleen niet voor kruidenthee (dat bevat eigenlijk alleen maar kruiden, geen theebladeren), maar bijvoorbeeld wel voor groene en zwarte thee. Thee bevat overigens is veel minder cafeïne dan een kop koffie. Vergeleken met een kop decafé koffie zit er wel weer meer cafeïne in thee dan in gedecafeïneerde koffie. Thee bevat namelijk 10 milligram cafeïne per 100 milliliter, terwijl gedecafeïneerde koffie slechts 2,5 milligram bevat. Kortom: je ligt ’s avonds minder wakker van een kopje gedecafeïneerde koffie dan van een kopje thee.

Makkelijk koffie zetten? Kijk hier voor de beste volautomatische koffiemachine.

4. In chocolade zit ook cafeïne

Na het eten van een hele pure reep chocolade van 100 gram (en laten we wel wezen; dat komt vaker voor dan je lief is) heb je 40 milligram cafeïne achter de kiezen. Na het eten van een melkchocoladereep van 100 gram is dat 20 milligram. Dat is bijna de helft van de cafeïne die in een kopje koffie zit, dat is namelijk 85 milligram.

5. Cafeïnevrije koffie vereist een chemisch proces

Er zijn twee manieren om cafeïne uit koffie te verwijderen. Tijdens de eerste methode worden ongebrande koffiebonen in water geweekt met een chemisch middel dat dichloormethaan (DCM) heet. De koffiebonen worden hierin meerdere malen geweekt totdat het merendeel van de cafeïne is opgelost. Het chemische middel wordt uit de bonen gehaald, en daarmee is ook de cafeïne aan de bonen onttrokken. Hierna worden de bonen gestoomd en gedroogd om eventuele resten van het DCM te verwijderen. Uiteindelijk worden de cafeïne-arme bonen net als alle normale koffiebonen gebrand en gemalen.

Er is een tweede manier om cafeïne uit koffiebonen te halen, die natuurlijker en milieuvriendelijker is. De bonen worden opnieuw in water geweekt. De bonen zwellen op in het water, waardoor de cafeïne kan met behulp van met koolzuur (CO2 – een stuk minder chemisch dan DCM) opgelost kan worden. Dit proces wordt op een lage temperatuur en onder hoge druk uitgevoerd. De bonen worden vervolgens gedroogd, waardoor het koolzuur weer verdampt. Deze methode is milieuvriendelijker (want minder chemisch) maar kost meer tijd, moeite en vereist ingewikkelder apparatuur – en wordt daarom minder vaak gebruikt.